R Antwerp FC is a dream in red and white
 
De begindagen

In tegenstelling tot de officiële geschiedschrijving wil de overlevering dat op 1 juli 1880 in café Alsacienne aan de Antwerpse Groenplaats de "Antwerp Cricket, Football & Lawn Tennis Club" is ontstaan. Het verzonnen begin van onze roodwitte droom? Het sportploegje bestond en kreeg een Engelse naam. Dat klinkt logisch, want de oprichters kwamen van over de grote plas. Sportief waren ze ook, dat was een welkome afwisseling voor de zware handelsstudie die ze volgden. Het cafeetje hield op te bestaan, het cricket verdween uit de naam. Football en Tennis bleven sindsdien wel gelinkt aan Antwerp, aan rood-en-wit en (na heel wat omzwervingen) aan (de hel van) Deurne-Noord. Ook het Engelse karakter is gebleven.
Veel voetbal was er in die begindagen nochtans niet te bespeuren op de sportvelden in Wilrijk. Het trappen tegen de bal was nog lang niet de volkssport die ze ondertussen geworden is. Voetbalshoes waren duur en de aansluiting bij een club was dus voorbehouden aan de happy few. Pas onder het voorzitterschap van Evan Thomas en met de verhuis naar de Transvaalstraat (Zurenborg) begon de toekomst van de jonge sportvereniging echt. Het eerste (nog officieuze) voetbalkampioenschap waarvoor samen met Leopold Club Brussel, FC Brugeois, RC Bruxelles, FC Bruxelles, Club Liège en Ixelles SC in 1894-95 werd ingeschreven, leverde meteen een eerste palm op. Van bij de oprichting sloot de club zich in 1895 onmiddellijk aan bij wat later de Belgische Voetbalbond zou worden. Bij aanvang van de eerste landelijke competitie nog even in zwart en geel, kwam onze Antwerpse club via zalmroze twee jaar later in 1897 uit bij onze roodwitte kleuren, om nooit te verdwijnen. Het grootse competitieavontuur was voorgoed begonnen.
Op zoek naar de geschikte infrastructuur passeerden de roodwitte sportievelingen vervolgens langs de velodroom van Zurenborg, de Kruisstraat (v.a. juli 1903), de Broodstraat (vanaf sept. 1908), om enkele jaren na de Eerste Wereldoorlog het eigen Bosuilstadion op de huidige locatie in Deurne (1923) te realiseren.

Eerste landskroon

De interne moeilijkheden van net voor het begin van de 20e eeuw met afscheuring van een belangrijke groep getalenteerde spelers o.l.v. Albert Grisar (1899), noch de crisis rond het stadion in de twintiger jaren kregen de 'R. Antwerp F.C.' kapot. Integendeel. Het verbod tot spelen in de eigen Bosuil leidde in 1929 tot een tegen Beerschot gewonnen testwedstrijd voor Antwerps eerste landskroon! Een stadsderby die tot op heden tot ver buiten de metropool tot de verbeelding spreekt. Trainer Alfred Verdyck werkte jarenlang geduldig aan die Belgische topclub.
Amper twee seizoenen na de eerste, voegde de vijftigjarige een tweede landstitel aan het palmares toe. Ondertussen had de club in 1926 als oudste voetbalclub van het land het stamnummer 'één' toegewezen gekregen. De Koninklijke eretitel mocht de 'Great Old' al dragen van het jaar 1920. De club werd toen al verscheidene jaren ondersteund door een in de 'Antwerp Supporters Club' georganiseerde achterban. Ondanks de moeilijke oorlogsomstandigheden mocht R Antwerp FC zich in 1944 met voorsprong opnieuw 's lands beste noemen. De kampioenstitel was fraai opgesmukt met een reeks van zeven zeges op rij buitenshuis, een evenaring van het toenmalige nationale record.
De generatie Vic Mees (°1926) - Eddy Wauters (°1933) - Wim Coremans (°1938) maakte zich op voor een nieuwe reeks sportieve successen met de winst van de Beker van België (1955), een vierde kampioenstitel (1957) en Real Madrid als eerste tegenstander onderweg naar Europese bekerroem. Vic Mees werd bovendien in 1956 uitgeroepen tot beste Belgische voetballer en gekroond met een Gouden Schoen. Op 11 oktober 1961 werd met een vriendenwedstrijd tegen het Portugese Benfica Lissabon de lichtinstallatie in gebruik genomen. Beter of krachtiger was er toen niet te vinden in Europa. Thuishaven van de nationale Rode Duivels, schouwtoneel van legendarische matchen tegen het Nederlands elftal, de Bosuil was de Hel van Deurne(-Noord)!

Ploeg van 't stad

De sportieve aflossing van de wacht werd helaas te laat ingezet. Zelfs met de legendarische Gouden Schoen Wilfried Van Moer in de rangen kon trainer Harry Game de eerste tuimeling uit de clubgeschiedenis naar tweede klasse niet vermijden. We schrijven 1968, de club leek op sterven na dood. Oud-speler Eddy Wauters nam in maart van het daaropvolgende jaar de voorzittershamer over. Het werd werken en zwoegen voor de nieuwe bestuursploeg. Pas na de terugkeer op het hoogste vlak in 1970 vond R Antwerp FC aansluiting bij het professionele voetbal. De clubleiding richtte de ambities vrijwel onmiddellijk op Europa. Guy Thys slaagde erin een talentrijke en ervaren kern tot een geolied geheel te smeden. Twee titels van vice-kampioen, een weliswaar verloren bekerfinale en o.a. een Europese overwinning tegen het grote Ajax waren sprekende resultaten. Met Karl Kodat had R Antwerp FC een absolute smaakmaker in huis, helaas heel blessuregevoelig en al een beetje op leeftijd. Half juni 1972 was het Bosuilstadion de arena voor de halve finale van het Europees Landenkampioenschap. België moest helaas in West-Duitsland zijn meerdere erkennen.
Voor het sportieve eeuwfeest kwam de Braziliaanse kampioen Flamengo Rio de Janeiro langs, maar vooral het precisie-valschermspringen maakte een onvergetelijke indruk. De oud-kampioenen van '44 en '57 werden in de hulde betrokken. Mister Great Old kleurde 't stad een jaar lang in rood en wit.
Begin tachtiger jaren tekende grootmeester Laszlo Fazekas de tactische ontwerpen van coach Dimitri Davidovic uit op het Bosuilgras. De Great Old kroonde zich doorlopend tot 'Ploeg van 't stad', eretitel door toenmalig Antwerpsponsor TV-Ekspres in het leven geroepen.
Onder de opvolgers van de Joegoslavisch-Hongaarse tandem sukkelde de club in een sportieve lethargie en er was uiteindelijk Georg Kessler nodig om uit die nachtmerrie te ontwaken. "The sky is not the limit," werd even het devies. Deurne-Noord droomde kortstondig van een Europees topteam en... van een nieuwe ultramoderne, maar helaas onbetaalbare voetbaltempel. Meer nog dan Frans Van Rooij groeide Hans-Peter Lehnhoff uit tot de inspirator van de "Wem-be'lie-generatie". Dimitri Davidovic kwam nog even terug. Auteur van het enige, échte 'Vitosha-Sofia-mirakel' en ondanks het schitterende Europees parcours tot in de kwartfinale in '90, bleek zijn 'magic touch' onvoldoende meer te werken.

Flying High!

Het begin van de modernisering van de infrastructuur ging niet onopgemerkt voorbij. De eerste faze begon op woensdag 15 mei 1991. "Een grote betonnen grijphand bonkte alles stuk wat maar in de weg stond," dixit het Antwerp Clubblad. De gradins kant Deurne (groene zone) verdwenen en werden vervangen door het Atriumcomplex met business-seats. Walter Meeuws vervolledigde de erelijst met het veroveren van de Beker van België in 1992 na een finale met onvergetelijke strafschoppenepiloog. Ouderdomsdeken Ratko Svilar keepte zich de legende in. Een jaar later stonden aanvoerder Rudi Smidts en zijn 'bende' volop in de Europese schijnwerpers. "Wem-be'lie, here we are!" Londen kleurde op zijn beurt rood en wit. Onvergetelijk, maar geen overwinning tegen Parma AC (1-3). De Italiaanse tegenstanders waren de beteren in de finale van de Beker der Bekerwinnaars. Dank zij Francis Severeyns (nat. topschutter 1987-1988) scoorde een Belgisch clubteam voor het eerst in de voetbalgeschiedenis op de heilige grasmat van Wembley!
Merkwaardige parallel met de jaren zestig. Ook nu dook de club onstuitbaar in vrije val naar beneden. Met de vervanging in augustus 1995 van de vertrouwde vierkante doelpalen verdwenen allerminst de blijvende pijnpunten rond stadion, arrest Bosman en enkele tegenvallende (paniek)transfers. Ook nu kon de terugkeer van een vertrouwde naam als coach slechts heel tijdelijk voor een opflakkering zorgen. De aanpak van AD George Kessler werkte maar op halve kracht. Het resulteerde in 1998 helaas in een onvermijdbare degradatie naar tweede afdeling. De clubleiding hield de adem in, maar het pas genegotieerde samenwerkingsakkoord met Manchester Utd werd niet opgezegd. In de kleedkamer en daarbuiten voerde Danny Higginbotham als eerste Mancunian het woord in 't Engels, maar hij niet alleen.
De herstart onder leiding van Regi Van Acker sputterde aanvankelijk, maar eens op toerental stoomde het elftal richting eindronde (1999) en... de kampioenstitel op 12 april 2000. "Back to where we belong!" scandeerde de tot de nok gevulde Bosuil. De terugkeer naar eerste stond vast. Bestuur, spelers, supporters en coach Van Acker schaarden zich eendrachtig achter de Antwerpvlag. Patje 'boem-boem' Goots was de nieuwe held in rood-en-wit. Ook opnieuw in eerste waren zijn doelpunten van goudwaarde. Het clubbestuur kon helaas ook nu de sportieve ambities van zijn droomcoach niet bijbenen. Hij verdween, de spelerskern en de supporters bleven een beetje verweesd achter.

R.A.F.C.-125

Stapje voor stapje waren ondertussen enkele aanpassingen aan het stadion gebeurd. Voor de afbraak van de volksplaatsen kant-Merksem kwam de Antwerpse burgermoeder Leona Detiège hoogst persoonlijk de slopershamer hanteren. Te laat voor Euro-2000 dat aan Antwerp(en) voorbijging. De club investeerde zelf in moderne, overdekte en comfortabele zitjes voor de trouwe aanhang. Halverwege de jaren negentig zette de 'oude dame' als eerste voetbalclub in België, een voorzichtige stap op de cybersnelweg. De webstek van de club rafc.be is uitgegroeid tot een betrouwbare bron van actuele clubinformatie. De hoogtepunten vonden ondertussen hun plaatsje in dit digitale archief: rafcmuseum.be en voeren de fans mee naar de vroegste rood-witte voetbalmo(nu)menten.
In de storm van Champions League, tv-gelden, fusieverhalen en sportieve concurrentie, zette het clubbestuur zijn eigen koers uit, maar dreigde met onze roodwitte trots overstag te gaan. De sportieve patrons hadden het moeilijk zich (lang) overeind te houden. Zelfs oud-speler Henk Houwaart overleefde zichzelf niet. Zijn opvolgers evenmin. René Desaeyere, Dojcin Perazic, noch Marc Grosjean kregen vat op de multiculturele selectie. Bezieling genoeg op de tribunes, maar op het terrein ging het team ten onder. "We keep the red flag flying high" kreeg een grimmige bijklank. Aan het einde van het seizoen 2003-2004 tuimelde de club opnieuw naar het vagevuur van tweede. De rit naar R.A.F.C.-125 ging niet langs Anderlecht, Brugge of Westerlo.
Wat het absolute topmoment in het feestjaar moest worden, het vieren van titel met bijhorende herstart in de topklasse of nog een promotie via de nabeurt, draaide uit op een jammerlijke mislukking. De Galamatch tegen Manchester Utd werd begin augustus 2005 een onvergetelijk evenement voor de supporters, een staaltje van organisatorisch doorzettingsvermogen van de club. Sportief bijbenen lukte echter niet tegen de trukendoos van Rooney, de grijparmen van Van der Sar en vooral het killersinstinct van topschutter Van Nistelrooy. De nieuwe campagne in 's lands tweede afdeling o.l.v. Regi Van Acker startte veelbelovend, maar onderweg gingen de trappers een paar keer ongelukkig freewheelen. Fangzhuo Dong demonstreerde nochtans bijna doorlopend zijn onmiskenbare schutterstalenten.

De 'oude dame' kreunt

De Brits-Ierse injectie begin 2006 met liefst vijf talentrijke spelers onder supervisie van coach Andy Welsh zorgde voor een spannende derde periode. R.A.F.C. kwam helaas net iets te kort om te oogsten. Met het verdwijnen van KBHZ, licentieperikelen in eerste en tweede, een omkoopzaak rond die andere Chinees Ye, eindigde het kampioenschap in de grootste verwarring. R Antwerp FC had hierin part noch schuld. Er volgde een nieuwe tournee langs Waalse, maar vooral Vlaamse voetbaltempels op 's lands tweede niveau. Andy Welsh nam tijdelijk over. Spoedig opnieuw tweede in bevel, begon hij samen met Warren Joyce een wilde achtervolging op het losgeslagen FCV Dender EH. Er werd geoefend en gestreden in de taal van over de plas. Het seizoen leek te kantelen als de fiere promovendus half december voor de bijl ging op de Bosuil. Na de winterstop leek de Great Old gereed om het roer over te nemen, maar dat lukte door toedoen van... Regi Van Acker net niet. FCV spurtte naar de titel, R.A.F.C. twee keer op rij de eindronde tegemoet. Driewerf helaas, immens populaire Warren Joyce zag in de zomer van 2007 het herboren YR KV Mechelen de oversteek maken richting Jupiler Pro League. Een jaar later botste het duo Joyce-Pallemans op het ongenaakbare AFC Tubize, dat op de laatste speeldag van de nacompetitie de Bosuil in rouw dompelde. Derde keer goede keer voor Dimitri Davidovic? Met Ratko Svilar aan zijn zijde werd vanaf 2008 het Nederlands enkele maanden de voertaal op het oefenveld in Deurne-Noord. De hoofdcoach gooide vroegtijdig de handdoek en bracht zo zijn assistent aan het hoofd van de technische staf. Rood-wit zou pas maanden later tijdens de eindronde opnieuw de nederlaag lijden. Derde in de eindstand, RFC Tournai uitgeschakeld tijdens twee beklijvende plaatsingswedstrijden, bleek slechts de vierde plaats (op vier) weggelegd voor de Great Old tijdens tumultueuze play-offs. Ratko Svilar werd desondanks bevestigd in zijn functie. Pas enkele weken in dienst werd de hoofdcoach getroffen door een persoonlijk drama. Colin Andrews nam een eerste keer over om al vroeg in het seizoen 2009-2010 de volle verantwoordelijkheid voor het reilen en zeilen in Deurne-Noord te krijgen.

Einde van de droom...

We waren ondertussen bezig aan de nadagen van de regeerperiode van Eddy Wauters. Het verschil met de koplopers uit de reeks werd ondanks de inspanningen van de Britse Antwerpenaar en diens assistent en beloftencoach Guy Vandecauter alarmerend groot. Colin Andrews lanceerde witte konijnen aan de lopende band. Kevin Baert, Franky Pelgrims, Yannick Put, Niels Martin, Bart De Corte, Sten Vandenbossche, Jeroen Hofmans, Lee Colin, Yens Peeters en Jef Vogels kregen de twaalfde man achter zich. De rood-witte beleving was top, maar wisselvallige resultaten leidden opnieuw tot ingrijpen van het clubbestuur. Bevangen door paniek, werd Bart De Roover nog voor halverwege het seizoen de nieuwe sportieve patron. Ondanks de schutterskwaliteiten van nieuwe chouchou Kevin Oris, kreeg de Bosuil het etiket van trainerskerkhof opgekleefd, want ook het Management van Gunther Hofmans en Jan Michel wisselde met de regelmaat van de klok de samenstelling van de technische staf. Bart Wilmssen, Dennis van Wijk, Jimmy Floyd Hasselbaink en Richard Stricker werden de afgelopen vier seizoenen in goede en slechte momenten ongenadig aan de tand gevoeld. RAFC.tv verhaalt inderdaad sedert het afgelopen decennium, net als Antwerp Clubblad vele tientallen jaren lang, met professioneel doorzettingsvermogen het wel en wee van het rood-witte (sportieve) parcours. De redders van de club waren triomfalistisch ingehaald, maar de uitgesproken liefdesverklaringen van de supporters werden vlug ingetrokken. Paul Heylen kwam en Paul Heylen verdween ook weer. Eddy Wauters was ondertussen weggestemd door de algemene vergadering der geassocieerde leden. De Bosuil werd vereeuwigd in een boek, het begin van 90 jaar toekomst in Deurne-Noord? De legendarische Vic Mees was al uitgeroepen tot Antwerpspeler van de twintigste eeuw en ging op een gedenkwaardige manier de eeuwigheid in. Het KwadrO-gebouw werd ondertussen het (traag)kloppende hart van de club. Het sluiten van de eretribune en het Antwerp Themacafé zette kwaad bloed, maar was ook de aftrap van een grondige facelift. De infrastructuur ondergaat inderdaad een geleidelijke make-over, maar... elke nederlaag, elke overnamepoging, elk gevecht voor de licentie werd aanleiding voor steeds grimmiger supportersprotest.

...of nieuw begin?

Luc Van Thillo kwam steeds nadrukkelijker op het voorplan in strijd voor het voortbestaan van de club, maar ook hij kon het onvermijdelijke niet beheersen. Supportersprotest kleurde de straten, de tribunes en uiteindelijk bijna het gehele stadion... De rood-witte media, maar zij niet alleen, plaatsten hun vraagtekens bij het transferverbod, de licentieperikelen, het beroep bij het Belgisch Arbitragehof voor de Sport (BAS), het voortbestaan van de club an sich. Ze mochten heel af en toe verslag doen van een sportieve uitschieter, de oprichting van Act as One en de (gunstige) uitkomst van extra-sportieve procedures. Wie ook aan het roer, de Jupiler Pro League blijft een ambitie, die met de komst van Patrick Decuyper aan het hoofd van de club geen lengte van dagen meer mag duren. Een zoveelste ontgoocheling maken de sups liever niet opnieuw mee en dus staat de nieuwe club(leiding) voor beslissende keuzes. Wat er ook gebeurt: er werd immens veel gedroomd in rood en wit! Morgen realiteit?

 

Bron: De ANTWERPSUPPORTER Online
(tekst: PeWe - 17 juni 2015)