Technische staf 2008-2009
Dimitri Davidovic Ratko Svilar
21/05/1944 06/05/1950
hoofdcoach d.d. hoofdcoach

Met de aanstelling van Dimitri Davidovic sloot het clubbestuur aan bij de goede gewoonte een moeilijke taak in handen te geven van een bekende van de club. Ook al vertrok hij meer dan vijftien jaar geleden, de nieuwe coach kent en herkent de gebruiken van de club en begrijpt zonder veel uitleg de zware taak die hij op zich neemt: een hoofdrol spelen in de komende campagne. Dimitri Davidovic zag het levenslicht op 21 mei 1944 te Aleksandrovac (Servië). Hij leerde voetballen in de straten en parken van Belgrado en speelde drie jaar in het keurkorps van het plaatselijke Partizan, dat toen tot de top behoorde van het Europese voetbal. In 1966 bereikte zijn team zelfs de finale van Europacup I tegen Real Madrid, maar het verloor die, zonder Davidovic. De jonge speler trok op avontuur naar de U.S.A. en kwam er terecht bij de California Clippers. De Amerikaanse droom voltooid, strijkt hij opnieuw neer in Europa, meer bepaald in Nederland bij NEC. Na een kwakkelseizoen bewijst de technisch sterke speler tijdens zijn tweede campagne bij de Nederlandse club een sluwe spelverdeler te zijn met een fenomenale dieptepas. Het bod van de club te laag, verhuisde de Serviër naar K Lierse SK, om er zeven seizoenen te blijven. Mede door zijn inbreng bereikte de geelzwarte club de kwartfinale van de Uefa-Cup. Davidovic sloot zijn actieve spelersloopbaan af in de U.S.A om vervolgens voor het eerst trainer te worden met standplaats in Deurne-Noord. Begin jaren ’80 was hij inderdaad oefenmeester van Laszlo Fazekas en Ratko Svilar. Hij slaagde erin R Antwerp FC te laten aansluiten bij de Belgische subtop. Na drie succesvolle jaren, begon hij aan missie langs KSC Lokeren, KSK Beveren, KV Kortrijk en K Lierse SK om vervolgens opnieuw neer te strijken op de Bosuil. Twee clubs steken er voor Davidovic steevast bovenuit als hij het over zijn voetballoopbaan heeft. Enerzijds is er K Lierse SK waar hij jaren speelde en er enkele hoogtepunten beleefde als coach. Zo was er b.v. de mirakuleuze redding van de degradatie naar derde in 1988-'89. In Lier leerde hij bovendien zijn vrouw kennen en ook werd er zijn zoon geboren.
De tweede ploeg van zijn hart is en blijft R. Antwerp F.C. Als trainer kende hij mooie jaren in Deurne-Noord. De supporters zijn volgens hem uniek in de wereld. En laten we niet vergeten: het mirakel van Vitosha Sofia voltrok zich in het Bosuilstadion met Dimi Davidovic in de dug out, al heette die plek allicht toen nog lekker ouderwets de neutrale zone. Aan het begin van zijn derde opdracht bij R Antwerp FC, blaakt de coach immer van energie en levenslust, gesteund door de vele successen in Azië van de afgelopen jaren, o.a. bij Al Ittihad in Saoedi Arabië. De Aziatische Champions League winnen en een reeks titels, waarvan eentje na 27 wedstrijden zonder nederlaag, het is weinigen gegeven. Zijn derde opdracht is de uitdaging die hij opnieuw dichter bij huis zocht. Zijn taak is zeker niet eenvoudig: de titel halen liefst, het team uitbouwen zeker en samen met de jeugd ook de club verder op de goede weg zetten naar de toekomst toe.
Naar eigen aanvoelen niet helemaal geslaagd in zijn opdracht, kondigde hij half februari 2009 totaal onverwacht zijn vertrek op de Bosuil aan. Op basis van de stats blijft Dimitri Davidovic ook na zijn derde mandaat als hoofdcoach de derde meest succesvolle proftrainer ooit van R. Antwerp F.C. Walter Meeuws en Guy Thys doen beter, maar met 183 overtroeft hij beide voorgangers wat betreft het aantal gecoachte competitiewedstrijden, Thys 104 keer, Meeuws 68. (tekst i.s.m. www.rafc.be).

Anno 2008 heeft Ratko Svilar nog altijd de atletische gestalte van zijn topdagen als doelman en is nog steeds even gepassioneerd door het spelletje. Drie keer gestart als assistent, hoopte hij ooit zelf als hoofdcoach bij zijn Grote Liefde aan het seizoen te beginnen. Toch aanvaardde hij bij de start van deze voetbaljaargang (eerder onverwacht) de moeilijke taak om aan de zijde van zijn vroegere sportieve baas Dimitri Davidovic het sportieve beleid uit te zetten op de Bosuil, een geschenk uit de hemel voor de nieuwe assistent-coach, na 28 jaar helemaal Antwerpenaar geworden. Als je het waarom wilde weten, was en is het antwoord zonneklaar: "I love R Antwerp FC!"
In 1980 kwam Ratko Svilar met een contract voor zes maanden op zak naar Antwerpen en is er nooit meer vertrokken. Luisteren we naar de woorden van de oud-doelman als hij uitlegt hoe hij ruim een kwarteeuw geleden in Deurne-Noord terecht kwam. "Er waren wat problemen met Theo Custers", vertelt hij. "Dimitri Davidovic, de toenmalige trainer, kende mij goed van tijdens zijn legerdienst die hij kort deed in Novi Sad, de stad waar ik speelde. Ik bereikte vrij snel een overeenkomst voor zes maanden en een eerste keer verlengd met twee jaar. Toen dat contract ten einde liep was ik er al 32. Ik had wel wat aanbiedingen, maar bij R Antwerp FC had ik toch de meeste zekerheid écht te kunnen spelen en ik deed er nog eens vijf jaar bij. Uiteindelijk heb ik me dat nooit beklaagd, we hadden een sterke ploeg en ik beleefde een fantastische tijd."
"Dat ik trainer zou worden, lag voor de hand. Ook toen ik nog in de goal stond, had ik altijd de behoefte om van achteruit te coachen, vooral om zelf klaar te staan als de bal kwam. Toen ik dertien jaar was, vroeg mijn jeugdtrainer me al waarom ik zoveel riep. Ik was altijd helemaal verdiept in het spel. Ik zag de supporters noch de lijnrechter… Ik stopte alleen als ik het fluitje van de scheidsrechter hoorde. De trainers vroegen ook altijd naar mijn mening. Enkel een combinatie van wind en kou kon mij uit mijn evenwicht brengen. Vriezen? Geen probleem. Stormen? Geen probleem. Bij een combinatie van de twee vroeg ik aan de trainer me niet op te stellen, ik wist ik dat ik er bij zulk weer niks van terecht zou brengen."
"Ik aarzelde niet om mijn kans te gaan als trainer bij R Antwerp FC. Ik nam voor de eerste keer de ploeg over van Urbain Haesaert, een tweede keer van Laszlo Fazekas. Telkens enkele wedstrijden voor het einde van de competitie. Mijn beste resultaat was dat we bijna een 0-3 nederlaag in de halve finale van de beker tegen Cercle in de terugmatch rechtzetten, maar we strandden op 1-3. Toen ik de ploeg voor de derde keer overnam van Georg Kessler, waren er nog tien speeldagen te gaan en bleek al vlug dat de spelers conditioneel nergens stonden. Na drie dagen was iedereen stijf door mijn trainingen en ook mentaal moe. Niemand durfde zijn verantwoordelijkheid op te nemen. Uiteindelijk is fysieke paraatheid van levensbelang in het voetbal. Met vijftig percent talent en honderd percent fysiek, kan je overal mee. Met honderd percent talent plus nul percent fysiek, kan je het zelfs bij een caféploeg schudden. Het was dus geen cadeau om in die omstandigheden trainer te worden. Ik hoopte de ploeg voor het daaropvolgende seizoen op mijn eigen manier te kunnen voorbereiden. Ik was zeker van mezelf, maar de club koos voor Regi Van Acker. Jammer, zo gaat het in het profvoetbal nu eenmaal."
Tien jaar na datum was hij terug op de Bosuil en half februari 2009 nam hij er het roer over als hoofdcoach na het totaal onverwachte vertrek van Dimitri Davidovic. Het hoofd rechtop, slalommend tussen een indrukwekkende politiemacht, met de blik gericht op de eindronde, vatte de nieuwe hoofdcoach zijn nieuwe uitdaging aan…

 
 
 
 
Aleksander Klak Willy Pallemans
24/11/1970 13/05/1940
keepertrainer hoofd scouting

 

Na het vrij onverwachte vertrek in januari 2005 van Pierre Brits richting K Tubantia Borgerhout VK, kwam oud-Antwerpjeugdspeler en bijna-levenslang trainer van datzelfde Tubantia Willy Pallemans naar de Bosuil als opvolger. De nieuwe assistent begon zijn voetbalopleiding in 1952 in de jeugdafdeling van R Antwerp FC en doorliep er alle reeksen van kadetten over scholieren tot junioren. Na die roodwitte periode ging het via de Canadaboys voor het eerst langdurig naar Tubantia Borgerhout (1960-1972). De actieve carrière eindigde in eerste provinciale bij Germinal Ekeren, waar ook de eerste ervaring als trainer werd opgedaan. Volgde weldra een eerste overstap naar Tubantia Borgerhout als trainer, waar hij afwisselend de jeugd en het seniorenelftal onder zijn hoede had. In 1982 zocht Willy Pallemans andere oorden op. Met Belgica Edegem kampioen in tweede provinciale, bij Olsea kampioen in de hoogste reeks van het katholiek sportverbond, promotie met FC Ekeren naar de hoogste reeks van het arbeidersverbond, werd hij vervolgens hoofdcoach bij provincialers Ternesse en Luchtbalboys. In 1990 opnieuw voor twee jaar naar... Tubantia Borgerhout als assistent van Paul Put. Met wisselende waardering ging zijn trainersleven nadien langs Lyra, Brasschaat, Olympia Wilrijk, Brasschaat, FC Ekeren en Sint-Pauwels en in 1996 opnieuw naar... Tubantia Borgerhout waar hij de junioren naar de kampioenstitel leidde. Na een korte interim bij Schilde, voegde hij tussen 1999 en 2002 nog drie seizoenen als hoofdcoach bij Tubantia Borgerhout toe aan zijn rijkgevulde carrière. In januari 2005 tenslotten kwam hij terug naar R Antwerp FC voor een nieuw stuk roodwit trainersbestaan. Gedurende anderhalf seizoen combineerde hij de functies van begeleider van de A-kern en coach van het Beloftenelftal. Zo begeleidde hij o.m. de youngsters Kevin Baert en Ritchie De Laet bij hun eerste voorzichtige optredens in de hoofdmacht van de club. Na het einde van het seizoen 2007-08 trad hij terug als coach van de beloften, maar bleef nog een seizoen begeleider van de A-kern en hersteltrainer met als specifieke taak de revaliderende spelers te helpen bij het wegwerken van conditionele achterstand. Ook na zijn actieve trainersloopbaan blijft hij roodwit vanaf 2008 getrouw als hoofd van de scoutingcel van R Antwerp FC.

 
 
 
 
(Bron: Royal Antwerp Football Club)